De afwezigheid van secundair onderwijs geeft hen vaak niet de kans op een goede job met voldoende inkomen. Dit leidt hen vaak tot het gedwongen huwelijk.

Hun beperkte scholing geeft hen vaak geen andere keuze dan in de landbouw te gaan werken, wetende dat dit beroep volledig afhankelijk is van het klimaat en dat Tanzania te kampen heeft met grote droogte.

De Zusters van Maria zijn op dit moment ter plaatse om de laatste administratieve voorbereidingen af te ronden. De vertegenwoordigers van het bisdom hebben de Zusters een terrein aangeboden van 16 hectaren om een Werelddorp voor Meisjes te bouwen. De Zusters hebben ook de zegen van Paus Franciscus gekregen om een nieuwe missie te starten in Tanzania. Ze leren nu Swahili om beter te kunnen communiceren met de kinderen en hun ouders. Ze getuigen van de extreme armoede waarin kinderen in Tanzania leven.

“We hopen binnenkort het begin van de werken te kunnen aankondigen voor ons nieuwe Werelddorp in Tanzania en onderwijs, een professionele vorming alsook gezonde voeding en medische zorgen te kunnen geven aan duizenden kinderen in nood.

Tijdens onze reis om de kinderen te ontmoeten die bij onze dorpen willen aansluiten, werden we geconfronteerd met de immense armoede waarin deze onschuldige kinderen zich bevinden.

Om een extreem arm dorp te bereiken, moesten we een rivier vol krokodillen oversteken.  Een vader was door een van hen opgegeten tijdens een vissessie.  We hebben ook overwogen om luiers te dragen en hebben ons waterverbruik aanzienlijk verminderd.  Inderdaad, toiletten zijn zeldzaam en over het algemeen ongezond.

Dit jaar ontmoetten we meer dan 1.000 gezinnen, luisterden we naar hun verhalen en hun moeilijkheden om de armoede te overwinnen.  Veel kinderen zijn wees geworden als gevolg van het overlijden van beide ouders.  Aids, tuberculose en malaria doden nog steeds veel mensen in Tanzania.  Veel kinderen worden aan hun lot overgelaten.  1.186 kinderen kwamen voor de toelatingstest in onze dorpen.   We zijn trots en vereerd om deze eerste 150 meisjes te mogen verwelkomen en de missie van Vader Al, onze stichter, te mogen voortzetten.”